De aanleiding voor deze publicatie vormen recente palynologische resultaten van de Muschelkalk in de steengroeven van Winterswijk (Afb. 1). De studie van een geïsoleerd kleipakket in groeve III en van de afdekkende klei aan de noordkant van groeve IV werpt nieuw licht op (veel) oudere, maar destijds niet goed begrepen of moeilijk inpasbare dateringen. De Muschelkalk kan gedateerd worden als Bithynien, de op één na oudste subetage van het Anisien. Hoewel in de literatuur algemeen wordt aangenomen dat op de Muschelkalk Lias-klei ligt, blijkt deze een Rhaetien ouderdom te bezitten. Het voorkomen van Lias-klei, die aan alle zijden omgeven is door Muschelkalk in groeve III, wordt nu toegeschreven aan 'subrosie' (ondergrondse erosie). Het Rhaetien wordt afgedekt door Onder-Oligoceen.

, , , , , ,
Grondboor & Hamer

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Geologische Vereniging

G.F.W. Herngreen, J.H.A. van Konijnenburg-van, H.W. Oosterink, & R.W.J. van der Ham. (2005). Nieuwe geologische, palynologische en paleobotanische gegevens (Muschelkalk, Rhaetien-Lias en Oligoceen) uit de steengroeven van Winterswijk. Grondboor & Hamer, 59(4), 84–97.