In 1999 ben ik verslaafd geraakt aan het zoeken naar stenen en fossielen. De belangstelling was al ouder, en ik had de geneugten van de stenenbeurzen ook al gesmaakt, maar echt geregeld grindbulten afstropen kende ik nog niet. Totdat ik medio 1999 met mijn zoontje van drieënhalf jaar bij toeval op een grindberg in de Havikerwaard (De Steeg Gld.) terecht kwam. Een grote gele shovel stortte zand met grind op een lopende band. Mijn zoontje was gefascineerd. En dat is ook heerlijk voor papa, want die heeft dan even de handen vrij om eens rustig om zich heen te kijken. Het toeval wilde dat er die dag een prachtige Goniatites (Afb. 1) tussen het grind lag en ook nog een leuk klein agaatje. Een week later bleek mijn zoontje nog steeds gefascineerd door de grote gele shovel en vond ik waarachtig nog een stukje Goniatites (Afb. 2), plus nog wat andere leuke zaken. Zo werd de Havikerwaard een gewild reisdoel voor mij en mijn zoontje, wat menig leuke vondst bleek op te leveren. Helaas bleek de fascinatie voor de grote gele shovel geen lang leven beschoren, maar mijn fascinatie voor de rijkdom die zomaar tussen het grind te vinden was, nam voorlopig alleen maar toe. Dat betekende een groeiende rij boeken over stenen en fossielen in de boekenkast en ook steeds vaker uitstapjes net de grens over, naar grindgroeves in het Duitse Rijngebied.