Frankrijk bezit niet alleen een rijk geschakeerde geologische bouw, maar demonstreert die bouw ook voor de oppervlakkige toeschouwer zo duidelijk in een grote verscheidenheid van landschappen als in weinig andere landen het geval is. In het groot gezien kunnen drie bouwelementen worden onderscheiden: (1) brokstukken ("massieven") van oude gebergten (Auvergne, Bretagne, Ardennen, Vogezen), (2) een jong plooiingsgebergte, de Alpen, in het zuidoosten, met daarbij aansluitend de boog van het Jura-gebergte, en (3) tussen deze oude en jonge gebergten in enkele jonge, tektonisch slechts weinig gestoorde bekkens (bekken van Parijs, bekken van Aquitanië). In het zuiden nemen de Pyreneeën, waarmee het Iberische schiereiland als het ware aan Frankrijk vastgeklonken zit, een bijzondere plaats in: met zijn hoge toppen en steile hellingen ziet het er jong uit - het maakt een alpiene indruk-, maar in wezen is het eveneens een oud gebergte dat door opheffing een verjongd aanzien heeft gekregen.

, , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

A. Brouwer. (1976). Frankrijk: geologisch gezien. Gea, 9(4), 81–84.