Vóórdat we overgaan tot een bespreking van het verschijnsel van waterbloei en de daarmee samenhangende fossilisatievoorwaarden (vaak gunstig voor een perfecte conservering), zullen we eerst aandacht wijden aan de meer normale gevallen van fossilisatie. Hierbij dienen we ons ervan bewust te zijn dat voor vrijwel elk museum de vuistregel geldt dat slechts het uitzonderlijke, het niet-normale, het zeldzame getoond wordt. Zo zoekt men in een groot kunsthistorisch museum vaak tevergeefs naar het gebruiks-aardewerk van de gewone man uit de 17de eeuw. En in een paleontologisch museum treft men wèl een perfect gefossiliseerde Ichthyosaurier aan of enkele, liefst grote, complete fossiele vissen, maar ontbreken in de vitrines een kapotte, afgesleten schelp of een slecht bewaarde viswervel. Toch zijn de twee laatstgenoemde objecten veel „normalere" fossielen en zijn die complete vissen of die Ichthyosaurier (fig. 1) eigenlijk waanzinnig zeldzame uitzonderingen.

, , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

P.H. de Buisonjé. (1978). Waterbloei: massasterfte en gunstige fossilisatievoorwaarden. Gea, 11(2), 25–34.