De planten en dieren op aarde leven in nauwe relatie met hun omgeving, het milieu. Er bestaat een ingewikkeld systeem van relaties tussen organismen onderling en hun omgeving. Zo is elk zeedier aangepast aan een bepaalde hoeveelheid zonlicht, aan een zekere temperatuur en een bepaald zoutgehalte. Zo'n aanpassing zien we het duidelijkst weerspiegeld in de levenswijze die het dier er op na houdt. Sommige zeedieren leven vrij in het water, anderen daarentegen, zullen een veilige plaats binnen het zeebodemsediment zoeken. Dergelijke ingegraven dieren komen veel voor in het getijdengebied, tussen de hoog- en laagwaterlijn, waar de aanrollende golven bij hoogwater voortdurend voor een verse voedsel- en zuurstof aanvoer zorgen. De golfwerking kan echter ook een groot gevaar vormen door uitspoeling van de dieren. Het begrijpen van de ingewikkelde relaties die er bestaan tussen de thans levende dieren en hun omgeving kan een waardevolle bijdrage leveren tot een beter begrip van de zeker even ingewikkelde relaties die er bestaan moeten hebben tussen de fossiele organismen en de omgeving waarin zij miljoenen jaren geleden hebben geleefd.

, , , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

E.G. van Diggelen. (1982). Organismen en hun milieu. Gea, 15(2), 59–66.