De Boulonnais is het meest noordelijke gedeelte van Frankrijk, gelegen aan het Nauw van Calais, met Boulogne-sur-Mer als middelpunt. Het is geen landstreek die zich duidelijk onderscheidt van het omringende zacht golvende land: het gebied vormt de zuidwestelijkste punt van de grote Noordeuropese laagvlakte. De Boulonnais wordt onderscheiden in de Haut-Boulonnais en de Bas-Boulonnais. Het laatste gebied vormt het centrale gedeelte van de Boulonnais en heeft de vorm van een halve cirkel met een middellijn van ongeveer 28 kilometer. Het heeft een schotelvorm met als omranding een rij heuvels waar witte krijtkalken tevoorschijn komen: de Haut-Boulonnais. Geologisch gezien is het gebied van interesse, omdat hier oude gesteenten aan de oppervlakte komen, die in uitgestrekte gebieden van het westen van België, Noord- en Midden-Frankrijk verborgen liggen onder Tertiaire en Cretaceïsche formaties. Door een opheffing in de aardkorst in het Tertiair, de zg. anticlinale zone van Artois, komen in de Boulonnais Jurassische gesteenten tevoorschijn en zelfs de eronder gelegen Paleozoïsche formaties. Deze laatste gesteenten zijn eerst meer dan 150 km naar het oosten weer te vinden en wel in de Ardennen.

, , , , , , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

W.C.P. de Vries. (1983). Een geologisch kader voor de Boulonnais. Gea, 16(1), 2–7.