In een voorgaand nummer van Gea (1984, vol. 17, nr. 3) is een uitvoerige handleiding gegeven voor het determineren van mineralen op basis van hun fysische eigenschappen. Wanneer we van ons monster zorgvuldig kleur, streep, hardheid, splijtbaarheid en glans bepalen, kunnen we met behulp van de "GEA-mineralenwijzer" op betrekkelijke envoudige wijze ontdekken met welk mineraal we te doen hebben, vooropgesteld dat het mineraal in de schijf voorkomt. Toch leert de ervaring dat, hoe goed de fysische eigenschappen ook bepaald zijn, we vaak met de vraag blijven zitten: "hebben we het bij het rechte eind?" Vooral is dit het geval met mineralen als b.v. calciet of aragoniet, die in zoveel verschillende kleuren en vormen gevonden worden. Menig amateur -mineraloog zal dan ook vaak de verzuchting geslaakt hebben: "kon ik maar bepalen wat er in zit". Welnu, met dit artikel willen we proberen op eenvoudige wijze enige, voor iedere handige amateur toegankelijke, chemische bewerkingen te beschrijven. Deze maken het mogelijk zonder veel gevaren of ingewikkelde apparatuur een groot aantal van de samenstellende elementen te bepalen. Natuurlijk zou het prettig zijn als we eveneens konden bepalen hoevéél van deze elementen erin zit, maar dat is voor ons amateurs een onmogelijkheid, tenzij we over een groot uitgebreid analytisch laboratorium beschikken en wie heeft dat thuis?

, , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

R.A. Kühnel. (1986). Carbonaat-mineralen: hun determinatie via chemische analyse I. Gea, 19(1), 26–33.