Met de aardkorst wordt de dunne, letterlijk "steenharde" laag aangeduid die de buitenste schil vormt van de aardbol. De term "korst" werd vroeger letterlijk opgevat, de buitenste harde steenlaag zou de dunne gestolde korstvormen van een vloeibare aarde. Dat de aardbol vloeibaar was werd afgeleid uit de vulkanische activiteit. Tegenwoordig weten we dat de aarde geenszins vloeibaar is, als geheel reageert de aardbol als een massieve stalen bal. Waarschijnlijk bevinden zich diep in de aardbol bepaalde lagen die ietwat plastisch zijn en eigenschappen vertonen die doen denken aan die van een vloeistof, dit betreft in ieder geval een gedeelte van de kern van de aardbol. Het vulkanisme is slechts een uiting van lokale hitte opeenhopingen, waardoor de aardkorst of de bovenzijde van de aardmantel op sommige plaatsen kan gaan smelten. De aardkorst lijkt stevig, opgeboud uit een hard en bros gesteentepakket. Toch vertonen de gesteenten duidelijk de sporen van beinvloeding door krachten die zowel van buitenaf op de gesteenten inwerken, als van binnenuit. De van buiten werkende krachten zorgen voor de afbraak van de gesteenten en het transport van het verweringsmateriaal, dit zijn de exogene krachten. De krachten die van binnen, uit de diepere delen van de aardkorst, op deze laatste inwerken, zijn de endogene krachten. De resultaten van deze krachten zien we in de deformatie van de gesteenten: de gesteentelagen werden op veel plaatsen verplooiden gebroken. De oorspronkelijke positie, vormen oriëntatie van de gesteenten en gesteentepakketten zijn onder invloed van de endogene krachten veranderd. De endogene krachten hebben vaak tot de verbeelding van de mensen gesproken. De onmogelijkheid om de krachten, die de soms zeer indrukwekkende structuren veroorzaakten, waar te nemen en te kunnen bevatten leidde vaak tot het verzinnen van bovennatuurlijke verklaringen. Zo meenden de oude Grieken dat plooi- en breukvorming gevolgen waren van de strijd tussen Goden en Titanen. De moderne verklaring spreekt weliswaar minder tot de verbeelding, maar de grote variatie in de structuren, die soms leiden tot spectaculaire landschapsvormen, blijft een diepe indruk maken. Dit zijn redenen om de endogene krachten en hun effecten op de gesteenten van de aardkorst nader te gaan bekijken.

, , , , , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

P. Floor, & W.C.P. de Vries. (1986). Plooien en breuken. Gea, 19(2), 57–62.