Mineralen zijn in de natuur gevormde chemische verbindingen meteen kristallijne structuur: hun samenstellende atomen of ionen zijn in drie dimensies ordelijk gerangschikt. Sommige chemische verbindingen hebben de eigenschap dat zij hun atomen of ionen op meer dan één manier ordelijk kunnen rangschikken: deze verbindingen kunnen in verschillende structuren kristalliseren. Die eigenschap noemt men polymorfie, de letterlijke "vertaling" van deze term op basis van de samenstellende Griekse woorden is veelvormigheid. De verschillende structuren van één enkele chemische verbinding zijn de polymorfe modificaties, of kortweg de polymorfen. Calciet en aragoniet zijn polymorfe mineralen: zij hebben dezelfde chemische samenstelling (calcium-carbonaat, Ca C03>, maar verschillende kristalstructuren (Afb. 1). Dit verschil in inwendige bouw komt tot uiting in totaal verschillende kristalvormen voor de beide mineralen (Afb. 2). Deze veelvormigheid was in 1821 voor Mitscherlich de aanleiding tot het ontdekken van het verschijnsel.

, , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

E.A.J. Burke. (1987). Polymorfie. Gea, 20(2), 47–52.