Vandaag de dag stelt de Franse mijnbouw weinig voor. Slechts enige uranium- en goudmijnen zijn nog in bedrijf, respectievelijk in de Limousin en bij Salsigne in de Pyreneeën. De ijzer- en steenkoolmijnen uit de dagen van de 19de-eeuwse Industriële Revolutie zijn verdwenen of staan op het punt voorgoed te worden gesloten. Tegenwoordig komen de minerale rijkdommen uit verre streken als Afrika, Australië, Brazilië of Canada. In een ver verleden was het wel anders. Beschavingen van Grieken en Romeinen konden zich ontwikkelen dank zij een overvloed aan mineralen die deze volkeren her en der aantroffen. Goud en zilver voor het handelsverkeer en de sieraden; lood voor leidingen en vaatwerk [!]; ijzer, koper, tin en zink tenslotte voor gereedschappen en wapens. In het symbolistisch wereldbeeld van de Romeinen hadden de metalen een astrologische betekenis. Deze waren gekoppeld aan de zeven 'planeten': goud aan de Zon, zilver aan de Maan, kwik aan Mercurius, koper aan Venus, ijzer aan Mars, tin aan Jupiter en lood aan Saturnus. De magische kracht van het cijfer '7' was in dit beeld terug te vinden (7 planeten, 7 dagen van de week, 7 wereldwonderen). De toenmalige symbolen van metalen èn planeten worden trouwens nog steeds gebruikt. Omdat er volgens de Romeinen slechts zeven 'planeten' bestonden, waren daarmee ook alle metalen bekend. Hun geloof in die innige relatie tussen beide belemmerde zo het zoeken naar en herkennen van andere metalen. Pas in de 18de eeuw, toen het rationalisme van de Verlichting triomfeerde, vond dit wereldbeeld zijn graf. Althans bijna: rudimenten ervan bestaan nog steeds, getuige de populariteit van astrologische rubrieken.

, , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

L. Touret, & A. Wiechmann. (1990). Mijnbouw in Frankrijk in de Romeinse tijd. Gea, 23(1), 19–24.