Recent archeologisch-mineralogisch onderzoek heeft aangetoond, dat er in de Harz al rond 300 na Chr. erts tot metalen werd verwerkt. Dit erts was afkomstig van een van de belangrijkste mijnen in het gebied, de Rammelsberg. Deze mijn, die zich nabij Goslar, aan de noordelijke Harzrand bevindt, is in 1988 gesloten: ertswinning was toen economisch niet langer verantwoord. Thans is in de Harz alleen in Bad Grund nog een mijn in bedrijf. In de Rammelsberg is dus gedurende ongeveer 1700 jaar, zij het met enkele korte onderbrekingen, erts gedolven. Het ging daarbij om zilver, lood, koper en zink. Uit oude kronieken is bekend, dat rond het jaar 970 zilver het belangrijkste mineraal was. Vanaf die tijd verschenen er in het Oostzeegebied grote aantallen zilveren munten. Aan de hand van de hoeveelheden goud en bismut, die als verontreiniging in deze munten voorkomen, heeft men kunnen vaststellen dat een deel van deze munten uit zilver van de Rammelsberg is geslagen.

, , , , , , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

W. van den Berg, & C. van Loon. (1990). Hütten en Halden in de Harz: mijnbouw en metallurgie door de eeuwen heen. Gea, 23(1), 24–29.