Onlangs stond in de Aufschluss, het maandblad van de Duitse Vereniging der Vrienden van Mineralogie en Geologie, een advertentie van de Unie van Duitse mineralenen fossielenhandelaars. Deze is gevestigd aan de Fraunhoferstrasse in Bonn, een adres waarin de lezer misschien al dat van de reeds anderhalve eeuw oude zaak Dr. F. Krantz heeft herkend. De tekst van die advertentie luidt, vrij vertaald: "Vinden is de vreugde van de verzamelaar maar ook de frustratie: wanneer die niet vindt waarnaar gezocht wordt. Of wanneer die vindt, dat de verzameling alsmaar ernstig incompleet blijft. Of wanneer hij bevindt, dat zijn geduld op is. Terwijl vinden toch zo eenvoudig is, je hebt alleen maar geluk nodig, en goede hulp". De advertentie meldt verder dat leden van genoemde Unie graag die goede hulp geven. Je zou dan denken dat ze litteratuur over vindplaatsen zouden verschaffen, hamers en opbergkasten, geologische kaarten en kompassen. Maar daarmee adverteert de Unie niet. Zij garanderen goed gedetermineerde verzamelstukken met correcte vindplaatsopgaven in hun actuele aanbiedingen. De zinsnede dat "vinden zo eenvoudig is, je hebt alleen geluk nodig" is hiermee gereduceerd tot: je hebt alleen maar geld nodig om geluk te vinden. En deze aanname is in haar absolute vorm al sinds twintig eeuwen herkend als onjuist. Er bestaat dus een probleem: hoeveel geluk kan de verzamelaar van mineralen en fossielen zich aanschaffen?

, , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

G.J. Boekschoten. (1990). Fossielen zoeken of kopen?. Gea, 23(3), 90–94.