In het zuidwesten van ons werelddeel hangt het vierkante blok van het Iberische schiereiland er ietwat los bij. In het noorden is het slechts door de smalle gebergteketen van de Pyreneeën met de rest van Europa verbonden, en er ook van gescheiden. In het zuiden wordt het Iberische schiereiland door de boog van Gibraltar (de Betische Cordilleren en het Marokkaanse Rifgebergte) met Afrika verbonden, zoals het door de Straat van Gibraltar er weer van wordt gescheiden. Een schakel tussen Europa en Afrika, een beeld dat ook in de lange geschiedenis van het schiereiland herkenbaar is. Het grootste deel van het westelijke Iberische schiereiland wordt ingenomen door een uitgestrekt variscisch massief (Hesperische of Iberische Massief). Aan de oostkant verdwijnt het massief met een grillig verlopende grens onder jongere, mesozoïsche en kenozoïsche afzettingen. Hier en daar steken geïsoleerde paleozoïsche fragmenten er nog boven uit (Sierra de la Demanda, Iberisch Randgebergte, Catalaans Kustgebergte). In het noorden (Pyreneeën) en in het zuiden (Betische Cordilleren) liggen twee ketens die duidelijk bewegingen van alpine ouderdom hebben ondergaan. In beide ketens komen ook paleozoïsche gesteenten aan de oppervlakte. Zowel in de Pyreneeën als in de Betische Cordilleren (Sierra Nevada) komen bergtoppen tot boven de 3000 m voor. Elders reiken slechts enkele toppen tot boven de 2500 m (Cantabrisch Gebergte, Sierra de Gredos). Wel vertoont het Iberische schiereiland als geheel een hoge ligging, gemiddeld zo'n 700 m boven zeeniveau. Hoewel alpine tektoniek tot de ketens in het noorden en in het zuiden beperkt blijft, is er wel sprake van verticale bewegingen van alpine ouderdom. Zij hebben ook bijgedragen aan de verjonging van het reliëf. Het gevolg is dat ook in het oude Hesperische Massief een jong, alpien aandoend reliëf kon ontstaan. Het Cantabrische Gebergte is daar een goed voorbeeld van. De positie van deze keten maakt dat slechts een klein gedeelte van het schiereiland naar de Golf van Biscaje afwatert. Vrijwel het gehele schiereiland watert af naar de Middellandse Zee (Ebro, enz.) en naar de Atlantische Oceaan (Duero, Taag, Guadalquivir, enz.)

, , , , , , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

A. Brouwer. (1992). Het Iberisch Schiereiland: een geologische inleiding. Gea, 25(1), 2–5.