De paleontologie is de leer van het fossiele leven. Het begrip fossiel wordt hier gebruikt in de betekenis van elke herkenbare aanwijzing van vroeger organisch leven. Niet alleen gefossiliseerde harde delen zoals beenderen, schalen of chitineuze resten van vroegere dieren vormen een fossiel, maar ook afdrukken, voetsporen, kruipsporen, graafgangen, vraatsporen en uitwerpselen worden als fossiel beschouwd. Afb. 1 en 2. De paleontologie kan gesplitst worden in een aantal richtingen, waarvan de belangrijkste zijn: - de systematische paleontologie, de descriptieve of beschrijvende richting; - de algemene paleontologie, de richting die zich bezig houdt met de reconstructie van het milieu waarin de organismen leefden en met de reconstructie van de activiteiten van de organismen. Onder milieu wordt verstaan het totaal van de omstandigheden, waaronder een levend organisme of een gehele soort kan leven. Daarbij spelen zowel de fysisch-chemische, als alle andere biologische omstandigheden een rol. Indien het oorspronkelijke milieu herkenbaar is in de gesteenten spreekt men van facies.

, , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

P.H. de Buisonjé. (1993). Paleontologie van de ongewervelden. Wat is paleontologie?. Gea, 26(1), 2–6.