Karst is een samenvattende term voor ondergrondse afwatering en onderaardse oplossingsvormen. Afb. 1. Karstverschijnselen komen vooral voor in kalksteengebie-den (CaC03), maar ook in gipsformaties (CaS04.2H20) en zelfs in steenzout (NaCI). Ook aan het aardoppervlak leveren karstverschijnselen, zij het in ietwat negatieve zin, een bijdrage aan de ontwikkeling van landschapsvormen. In zulke "oplossings-" of "corrosie"-landschappen ontbreekt namelijk een rivierstelsel geheel of ten dele. De fluviatiele erosie, die het landoppervlak immers gedurig verandert (de "landschapsdynamiek") is hier slechts ondergronds actief. Onder het vegetatiedek, binnenin het gesteente, heerst de chemie van het oplossen (en soms weer neerslaan) van kalk. En terwijl door de ondergrondse afwatering de vorming van spectaculaire grottenstelsels voortschrijdt, met alle speciale attributen als stalactieten en stalagmieten, blijft de verdere landschapsontwikkeling aan het oppervlak hierbij achter.

, , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

W. Krieg. (1993). Herinneringen van een veldgeoloog. Druipsteen - hoe snel vormt het zich?. Gea, 26(3), 101–104.