Geologisch gezien wordt de naam 'zand' gegeven aan een ongeconsolideerd sediment, waarvan de korrels een bepaalde grootte hebben. In tweede instantie wordt naar andere factoren gekeken, die het 'zand' een nadere naam zullen geven. Een van die factoren is de samenstelling van de korrels (gips, vulkanische fragmenten, kalk, enz.) Ook de mate van afronding, de sortering en de verschillende soorten van mineralen en gesteentefragmenten die in het sediment aanwezig zijn spelen een rol. Uit al deze factoren tezamen kan er een idee worden verkregen over de omstandigheden waaronder het sediment werd afgezet, over de gesteenten die in het oorsprongsgebied van het detritus aan de dag traden en over de verweringsomstandigheden, zoals het klimaat. In Nederland is het begrip 'zand' synoniem aan 'kwartzand'. Het zand dat we aan ons strand, in de duinen en in de rivieren vinden bestaat voornamelijk uit kwartskorrels. Maar er zijn dus veel meer soorten zand: gipszand, vulkanisch zand en kalkzand, dit is zand waarvan de korrels uit kalk bestaan.

, , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

W.C.P. de Vries. (1994). Wat is zand?. Gea, 27(4), 125–128.