Voor de verzamelaar van zware mineralen in zand, die niet beschikt over dure scheidingsapparatuur, is het belangrijk die plaatsen te vinden, die een hoog gehalte aan deze mineralen bevatten. Deze plaatsen zijn dun gezaaid; het gehalte van zware mineralen in zanden is immers over het algemeen laag, vaak minder dan 1%. De oorzaken hiervan zijn uitvoerig besproken door dr s. W.C.P. de Vr i es in twee vorige aflleveringen van Gea (Gea, 1994, nr. 4 en 1995, nr. 2). Vooral chemische verwering speelt een grote rol. Als zandkorrels door de verwering en erosie uit het oorspronkelijke kristallijne gesteente zijn losgemaakt, kunnen ze verschillende cycli doorlopen van verwering, erosie, sedimentatie, diagenese en metamorfose. Zanden die afkomstig zijn uit zandstenen en kwartsieten, bestaan voornamelijk uit kwarts met een laag gehalte van de meest bestendige zware mineralen. Dit zijn vooral zirkoon, rutiel en toermalijn, die bekend staan als doorlopers.

, , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

L. Krook. (1995). Zand: De concentratie van zware mineralen in de natuur. Gea, 28(4), 126–127.