De structuur van de aardkorst wordt bepaald door de plaat-tektoniek. De bewegingen van de stukken van de aardkorst bepalen niet alleen de vorm en ligging van de continenten en de plaatsen waar gebergten worden gevormd, zij bepalen in hoge mate welk type vulkanen er op welke plaats op aarde zullen voorkomen. Vele van de imposantste landschapsvormen van het landoppervlak zijn het resultaat van de botsing van aardkorstplaten; dit zijn zowel de grote gebergtegordels als de grootste concentrates van vulkanische bergen. Ondanks deze overeenkomsten verschilt de vorming van de vulkaanberg en de bergtop in de plooiingsgordel fundamenteel: de vulkaan is een berg die groeit door toevoer van gesteentemateriaal, de Matterhorn of de Mount Everest kregen hun vorm door afbraak: verwering en erosie verwijderden gesteente en zo bleef de huidige vorm van de berg achter. De groei van de vulkaan schijnt eindig te zijn, de grootste gemiddelde hoogte van vulkanen lijkt rond de 4 km te bedragen. De groei van de vulkaan wordt geremd door de afbrekende krachten op het aardoppervlak: het wegspoelen en wegzakken van het veelal ongeconsolideerde materiaal waar-mee veel vulkanen zijn opgebouwd gaat bij een toenemende grootte een steeds belangrijker rol spelen en dit lijkt te leiden tot een soort evenwicht in de grootte die veel vulkanen bereiken.

, , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

W.C.P. de Vries. (1997). Vulkanisme en de relatie met de structuur van de aarde. Gea, 30(1), 17–20.