In onze badkamer, op een schip, bij de tandarts, in audio-en videotapes komen we chroom tegen. Maar vooral in de mineralenverzameling, bij de juwelier en in keramiek, glas en textiel zien we de fantastische kleuren die door chroom worden veroorzaakt. Chroom dankt zijn naam aan het Griekse woord chroma dat kleur betekent. De Franse chemicus Vauquelin ontdekte, in 1797, dat het uit de Oeral afkomstige loodmineraal Crocoiet (krokos = saffraan, vanwege het felgele poeder van dit oranjerode mineraal) een tot dan toe nog onbekend metaal bevatte. Afb. 1. Een jaar later zag Vauquelin kans dit metaal uit het Crocoiet vrij te maken. Daarbij bleek dat dit nieuwe metaal allerlei gekleurde verbindingen en gekleurde "zouten" kon vormen. Nog een jaar later ontdekte Fassaert chroom in een erts dat nu Chromiet heet. Pas veel later werden de grote hoeveelheden Chromieterts gevonden waaruit op grote schaal chroom kan worden gewonnen. Heden ten dage wordt ruim 20 miljoen ton Chromiet per jaar gedolven. Afb. 2.

, , , , , , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

W.R. Moorer. (1998). Chroom-mineralen. Gea, 31(2), 60–63.