Het bekijken van zand door de microscoop is één ding. Het weten wat je ziet is vers twee. Een hele rijstebrijberg van te beheersen basiskennis komt op je af en voor je het weet ben je de draad kwijt. Maar door alle zaken op een rijtje te zetten houd je de koers vast en per slot van rekening zijn we met een hobby bezig en hoeven onze determinaties niet in een proefschrift - het is geen ramp als je een eigenschap eens niet zou kunnen bepalen. In voorgaande Gea-artikelen over zand (we zijn inmiddels al sinds december 1994 bezig!) kwamen verschillende scheidingsmethoden aan de orde. Een plan de campagne werd gegeven in sept.'95: "Zware mineralen in zand". Allereerst wil men, om de zware mineralen in een zand te kunnen behandelen, een scheiding uitvoeren in lichte en zware korrels (Gea, juni '96). Verder is het van belang het materiaal op korrelgrootte te scheiden, door het te zeven (Gea, dec.'95). Een eye-opener was de scheiding met behulp van het in veel mineralen aanwezige magnetisme (Gea, sept.'96): een sterke luidsprekermagneet bleek een prima magneetscheider en de zware mineralen bleken zich keurig in gradaties van magnetisme te laten verdelen. Licht - zwaar; grof - fijn; sterk - minder sterk/zwak - niet-magnetisch. Aldus gescheiden zand heeft al een aardig aantal aparte potjes, flesjes of doosjes opgeleverd. Nu komt het eigenlijke determineren aan bod. We noemen het liever: het herkennen van zandmineralen. Allemaal hebben we wel van magnetiet, granaat, epidoot, zirkoon, rutiel, toermalijn gehoord; waarschijnlijk zitten deze wel in uw mineralenverzameling, als u die heeft. Hoe in zandkorrels deze mineralen terug te vinden? Om dat te bereiken komen we terecht bij de (stereo)microscoop. Wat korrels op een objectglaasje (diaglaasje bijv.) gestrooid en je ziet op het eerste gezicht al grote onderlinge verschillen tussen de diverse soorten korrels. Alleen de kleuren al. Zie de kleurenfoto's in Gea, sept.'95! In het omlijstende artikel bij deze foto's werd al aangestipt dat het bekijken met gepolariseerd licht grote m gelijkheden biedt en extra eigenschappen voor ogen tovert. Hiertoe moet je wel over een polarisatie-microscoop kunnen beschikken, die met belangrijke extra elementen als twee polarisatiefilters en een draaitafel is uitgerust. Om de door amateurs veel gebruikte Russische stereo-microscoop MBS10 "polariserend" te kunnen maken verscheen in Gea, juni '97 het artikel "Zelfbouw-polarisatieset voor de MBS10". Deze set is ook van toepassing voor andere stereo-mic's. Nu moet er nog in Gea verteld worden hoe je een zand-preparaat maakt dat voor de pol-mie geschikt is. Verder is het voor ons doel noodzakelijk iets te weten van de optische eigenschappen die in de mineralen verscholen zitten en die onder de pol-mie geopenbaard worden. Hierbij zal de uitleg tot het uiterste minimum beperkt blijven en zal alleen aangestipt worden wat voor een practische benadering strikt noodzakelijk is. Voor de theoretische onderbouw verwijzen wij naar de vakliteratuur. Het is in dit bestek onmogelijk om deze in Gea te behandelen - dat zou vele jaargangen in beslag nemen. Ook zou ons dat afhouden van ons eigenlijke doel: het samen bekijken van mineralen in zand. Het moet een feest der herkenning zijn! Het wordt de hoogste tijd, dat we met dit mineralen bekijken beginnen.

, , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

J. Stemvers-van Bemmel. (1998). Zand: Hoe ver zijn we inmiddels?. Gea, 31(2), 67–68a.