De Harz is een betrekkelijk klein bergmassief: het meet ongeveer 95 bij 35 km. Toch staat het al lang in de belangstelling van geologen. Aanvankelijk was deze belangstelling vooral practisch gericht. Er werden veel metaalertsen gevonden, zoals die van zilver, koper, lood en zink. In de 18e eeuw bezocht Goethe de Harz enkele malen en legde er één van de grondslagen van de moderne geologie doordat hij vaststelde dat de graniet van de Broeken jonger moest zijn dan de afzettingsgesteenten waarin hij was binnengedrongen. De Harz is geologisch zeer goed beschreven. Ook omdat het gebied maar een dagreis van Nederland is verwijderd is het bij Nederlanders altijd populair geweest; zij gingen er kuren, wandelen of mineralen zoeken. De stroom bezoekers aan het gebied is nog toegenomen nu het oostelijke deel van de Harz weer toegankelijk is. Ook het in de West-Harz gelegen mijnmuseum en de mineralencollecties van Clausthal-Zellerfeld trekken nu nog meer bezoekers. De Werkgroep Optische Petrologie II bezocht de Broeken in mei 1998. Iets van wat wij toen gezien hebben en de monsters die wij hebben genomen vormen het onderwerp van dit artikel.

,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

P. Kakes, H. Stroobach, & H. Visser. (2000). Onderzoek naar de dakhanger van de Köningskopf in het Brockenmassief, Harz. Gea, 33(2), 53–56.