De Harz is een typerend voorbeeld van een Europees middengebergte. Daarbij is het een prachtig heuvelgebied dat op veel plaatsen bebost is. Het gebied werd tot 1989 doorsneden door de grens tussen West- en Oost-Duitsland. De Harz vormt een deel van een gebergte dat zich rond 300 miljoen jaar geleden uitstrekte over vrijwel geheel middenen Zuid-Europa. Dit zogenoemde Variscisch of Hercynisch Gebergte*) is natuurlijk als gebergtelandschap door de verwering en erosie verdwenen. Toch zijn er op vele plaatsen in Europa delen van de romp van dit gebergte zichtbaar, zoals het Massif Central in Frankrijk, de Spaanse Meseta en het complex van Ardennen-Eifel en het Rijnleisteengebergte en het Sauerland, waarvan het vervolg naar het oosten te vinden is in de Harz. In de Harz komen we gesteenten tegen die ons herinneren aan die van de Eifel, onder meer de kalkgesteenten met fossielen van verschillende soorten zeedieren. De Harz is daarnaast zeer interessant vanwege de grote massa's van magmatische gesteenten die diep in de aardkorst zijn gestold en nu als grote massieven aan het aardoppervlak zichtbaar zijn. Door dit magma werd een grote hoeveelheid aan metaalertsmineralen aangevoerd, onder meer met lood, zilver en koper, die de Harz al sinds lange tijd geleden wereldberoemd hebben gemaakt. Het Harzgebergte bevatte een groot aantal mijnen en mijntjes, allemaal zijn ze nu uit bedrijf. Van vele mijntjes zijn de oude stortplaatsen nog te zien; daar is het minder rijke erts en het waardeloze gesteente waar het erts in voorkomt, het zogenoemde adermineraal, neergegooid. Op deze stortplaatsen zijn nog fraaie voorbeelden van vele mineralen te vinden, zowel van de ertsen als van de begeleidende adermineralen.

, , , , , , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

W.C.P. de Vries. (2003). De Harz. Gea, 36(3), 65–77.