De mens en alle andere levensvormen zijn niet louter de kolonisatoren van onze planeet, die hier kunnen bestaan omdat er 'toevallig' condities heersen die voor levensfuncties vereist zijn: beschikbaarheid van water en voedingsstoffen, en temperaturen aan het oppervlak waarbij water vloeibaar is. Dit beeld van 'ruimteschip Aarde' in een levensvijandige omgeving was tot voor kort algemeen en is ook nu nog wel gangbaar, maar is onvolledig. Het verschijnsel Leven maakt deel uit van een complex dynamisch systeem dat de gehele planeet omvat, het 'Systeem Aarde'. Dit is één van een aantal onderscheiden planetaire systemen die om de zon bewegen. Zij hebben alle dezelfde oorsprong en zijn gelijktijdig ontstaan, maar elk is op een andere wijze geëvolueerd. Tezamen met de Zon vormen zij ons zonnestelsel, gesitueerd in de buitenzone van het Melkwegstelsel. In het heelal, waarvan de ouderdom wordt geschat op 13,7 miljard jaar, zijn honderden miljoenen melkwegstelsels, elk met tientallen miljarden sterren van uiteenlopende ouderdom. Hun aantal wordt alleen in ons Melkwegstelsel al op zo'n 40 miljard geschat. Vele komen in grootte en temperatuur overeen met onze zon. Het gangbare scenario is dat ons zonnestelsel 4,57 miljard jaar geleden is geconcipieerd in het geweld van de explosie van een oude 'opgebrande' ster veel groter dan onze zon, die aan het einde van zijn bestaan was gekomen. Dergelijke explosies (supernovae) worden ook nu nog af en toe aan de sterrenhemel waargenomen. Het geboortescenario, zeer kort samengevat, is dat de schokgolf van de explosie de samentrekking initieerde van een nabijgelegen ijle interstellaire wolk bestaande uit waterstof, helium en door de exploderende ster uitgestoten zwaardere elementen. Door zwaartekrachtwerking trok 99,9 % van de in de wolk aanwezige materie samen tot een compacte massa in het centrum, met daaromheen een platte, roterende schijf van gas, stof en gruis, de 'zonnenevel'. Bij de compactie werd potentiële energie omgezet in warmte, waardoor de temperatuur in het centrum opliep tot ongeveer 10 miljoen graden Celsius. Bij die temperatuur komen kernfusieprocessen op gang en was er een nieuwe ster geboren, de Zon. De roterende schijf, 0,1 % van de totale massa van de zonnenevel, klonterde samen (accretiseerde) tot steeds grotere aggregaten: planetesimalen, planetoïden en planeten. Dergelijke processen zijn waarschijnlijk niet zeldzaam in het heelal. Men neemt dan ook aan dat er talloze zonnestelsels van uiteenlopende ouderdom zijn.

, , , , , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

H.N.A. Priem. (2003). Aarde en haar buren: variaties op één thema. Gea, 36(4), 107–113.