De foto op de voorpagina van deze Gea kwam tot stand door "chemie" tussen fotograaf en onderwerp. Bovendien was er tijdens de belichting, dus in een fractie van een seconde, de chemie van de gevoelige plaat: de chemische reactie met het licht die de foto deed ontstaan. Bij een digitale opname wordt die reactie elektronisch vastgelegd, maar bij de klassieke fotografie ontstaat er een negatief dat bij het ontwikkelen o p de film wordt vastgelegd. En dat heeft alles met zilver te maken, want het licht reageert met het zilverbromide in de film en vormt dan zeer fijne deeltjes zilvermetaal. Die deeltjes zijn zwart en hoe meer licht hoe zwarter het beeldnegatief. Bij afdrukken van het negatief ontstaat het positief: hoe donkerder een onderwerp op het negatief hoe lichter o p de afdruk, net zoals de werkelijkheid z i ch door de lens van de camera manifesteerde. Een kleine 25 % van de 16 miljoen kilo(!) zilver die jaarlijks wordt gewonnen wordt gebruikt in de fotografie, maar die hoeveelheid neemt af naarmate de digitale fotografie populairder wordt. Lichtgevoelige zilververbindingen worden ook gebruikt in meekleurend glas voor, bijvoorbeeld, zonnebrillen. Ook hier veroorzaakt (fel) licht de vorming van zwarte zilverdeeltjes, die vervolgens een gedeelte van het licht voor de ogen absorberen. Een slimme reactie met koperchloride zorgt ervoor dat bij minder invallend licht de reactie omkeerbaar is: de brillenglazen laten weer meer licht door.