De meeste leden waren op vrijdagavond reeds aangekomen in de mooi gelegen en rustige Volkshogeschool. De opzet van deze excursie was anders dan normaal. Deze keer stond de excursie voor een belangrijk gedeelte ten dienste van de werkgroep Diepenveen, die ons gevraagd had enkele bedreigde terreinen bryologisch te inventariseren nl. “Steenbrugge” en het landgoed “Nieuw-Rande”. Vergezeld van een lichte regenbui trokken wij zaterdagmorgen door Steenbrugge, een kultuurlandschap met akkers, bos, kreupelhout en lanen. De eerste tocht ging langs een eikenlaan met een sterk zandige bodem en een soortenarme mosvegetatie. Vanaf de boerderij “Klein Veldhuis” namen we de weg in noordelijke richting; het enige opmerkelijke was de vondst van een sterk naar anijs ruikende paddestoel, welke na determinatie de bruine anijszwam bleek te zijn. Na enige honderden meters keerden we terug en namen een weg in westelijke richting met aan de zuidzijde een uitgestrekt lariksbos. Plotseling werd het interessant. We kwamen bij een nieuw gegraven afwateringssloot, waarvan het talud en de slootkanten bedekt waren met een dicht tapijt van kapselende mossen o.a. Atrichum tenellum, Anisotheciums en Ditrichums. Ook enkele leuke mycologische vondsten zoals rupsendoder en grote oranje bekerzwam. Vlak bij het water stonden nogal wat Riccia’s en enkele polletjes van de vrij zeldzame dwergbies, een soort die we in de loop van het weekend nogal eens vaker tegenkwamen. In de stromende regen namen de meeste bryologen snel monsters mee en hieraan hebben de meesten thuis mooie uren beleefd. Huub van Melick bleek hier zelfs Bryum bornholmense te hebben verzameld. Een nieuw mos voor Nederland! ¹). De soort, die behoort tot het Bryum erythrocarpum complex is o.a. te herkennen aan de grote tubers aan de rhizoiden, welke tubers meer dan 250 µ groot zijn. De juistheid van de determinatie werd bevestigd door de bekende Zweedse bryologe Elsa Nyholm. Dit is ook voor de werkgroep Diepenveen een prachtig resultaat.