Het laatste nog nooit door onze werkgroep bezochte Waddeneiland, Vlieland, was het bryologisch jachtterrein van 14 tot 17 september 1973. We logeerden in het Posthuis, ver in het westen gelegen; de verzorging was in één woord voortreffelijk, evenals het weer. Een vooral met het oog op de ontwikkelingen in de afgelopen winter interessant aspect van deze excursie was, dat voor het eerst sinds vele jaren de excursies weer geheel op de fiets en lopend gehouden werden (op Vlieland mogen geen auto’s komen). Het beviel overigens best zo! Vrijdagavond waren al vele enthousiaste leden ter plaatse. De volgende morgen werd al vroeg koers gezet naar het bij het dorp gelegen ijsbaantje, dat volgens een van de gasten van deze excursie, de heer G. de Roos, bedreigd werd met uitgraving. Binnen een mum van tijd lagen overal verspreid bryologen te smullen van matjes Fossombronia en ander klein grut. Al zeer snel ontdekte Jan-Peter Frahm één kapselend exemplaar van Pogonatum nanum, de eerste vondst van deze soort in het Waddendistrict! Verderop werd gediscussieerd over een miezerig acrocarpje, waarmee niemand raad wist; slechts een enkeling dorst zachtjes “Archidium” te fluisteren. Thuis constateerden de geluktigen die een plukje ter determinatie meegenomen hadden, dat het inderdaad Archidium alternifolium was, nog wel met (jonge) kapsels, waarin de vreemde reuzensporen duidelijk zichtbaar waren. Deze overal zeldzame soort was slechts éénmaal eerder op een Waddeneiland gevonden, en wel door Lambinon (1963) op Terschelling; in het binnenland is er slechts één recente vondst, van het Staverdense Veld (Muller 1969). Andere vermeldenswaarde vondsten zijn Bryum tenuisetum en Campylopus introflexus.