Nadat, we in 1980 de Kooiwaard bij Piaam bezochten (Dirkse & Slim 1983), werd tijdens de najaarsexcursie op 17 oktober 1981 een bezoek gebracht aan de Grevelingen. Ook nu mochten we ons weer niet in een groot aantal deelnemers verheugen. Het slechte weer (kou, harde wind en motregen) en de afgelegen ligging zullen daaraan hebben bijgedragen. Naast G.M. Dirkse en P.A. Slim was alleen A.M. Brand bij de bushalte in Zonnemaire aanwezig. Toen er niet meer exeursiegangers kwamen opdagen, vertrokken we naar de motorboot van Staatsbosbeheer in de caissonhaven van Bommenede. Door de uitgestrektheid van het gebied konden we met de boot slechts vluchtige bezoeken afleggen aan Veermansplaat en Hompelvoet, elk ong. 300 ha groot (fig 1). De huidige Grevelingen ontstond in 1971 toen in het westen het Brouwershavense Gat werd gedicht. In 1964 was in het oosten als de Grevelingendam aangelegd. Door deze afsluitingen vielen ong. 300 ha aan- en opwassen, met o.a. de bezochte eilanden, permanent droog. Door middel van een spuisluis in de Brouwersdam probeert Rijkswaterstaat het water even zout te houden als het Noordzeewater. In 1984 zal beslist worden of de Grevelingen een zout meer zal blijven. Afgezien van het verschil in ouderdom (de kooiwaard is 40 jaar ouder dan de platen in de Grevelingen) is een van de belangrijkste verschillen tussen de in het najaar van 1980 en 1981 bezochte gebieden het verschil in zoutgehalte: het IJsselmeer was al na zo’n vijf jaar verzoet.