Van februari tot april 1986 heb ik samen met M.Brugues, R.M.Cros en F.Lloret (Dept.de Botanica, Univ.Automoma de Barcelona) oecologisch onderzoek gedaan aan mosvegetaties in de omgeving van Barcelona. Gekozen is voor herhaalde waarnemingen aan permanente rasters, zoals vorig jaar besproken door Bart van Tooren (1986), in mosvegetaties in uiteenlopende milieus. Het onderzoek had als voornaamste doelstellingen: – het verzamelen van velddata ter onderbouwing van ideeen omtrent levensstrategieën van mossen. – het onderzoeken van de relaties tussen soortsdiversiteit, patroondiversiteit en dynamiek Naast het opnemen van de kwadraten in febr./maart en voor een tweede maal in april, zijn bij elke opname enkele kleine bodemmonsters verzameld ter bepaling van de diasporenvoorraad in de bodem. Deze zijn gedroogd en later in Utrecht uitgestrooid in bakjes (vgl.During & ter Horst 1983)- Bezochte terreinen waren: Garraf – een laag kalkgebergte vlak aan de kust in een droog en warm klimaat. Calaf/Tora – een ca. 50 km landinwaarts gelegen gebied met gipsbodems en een continentaal klimaat. Sant Llorenc – een gebergte van zwak basisch conglomeraaat met diepe ravijnen. Bekeken is de bodem van een Quercus pubescens bos op een N.-helling. Montseny – een hoog silicaatgebergte dicht bij de kust; bekeken is de bodem van beukenbos op N.helling, op ca.1100 m.