Het landgoed Eldwout dat grotendeels bestaat uit beukenbos, weilanden, groepen coniferen en opgroeiend eikenhakhout vormt met de hoogteverschillen in het terrein een ideale woonplaats voor veel vogelsoorten. Oude beuken en veel nestkastjes zorgen voor voldoende nestgelegenheid. Ook het vele water waaronder de grote en kleine vijver zorgt dat zelfs de ijsvogel een geregelde wintergast is. Dit jaar zag ik hem al op 23 juli muggen vangend vanaf een paaltje. Het was toen s’morgens tegen tienen bij heiïg weer. Ook zijn er altijd reigers op de weilanden. Deze winter heb ik er herhaaldelijk ± 15 stuks geteld. Soms zaten er 5 in de oude den aan ’t noordelijke weiland. Bij de talrijke wilde eenden zag ik maar weinig pulli; waarschijnlijk door snoekenvraat. Meerkoeten waren er weinig dit jaar: er is naar één broedpaar geweest. De waterhoen heeft het beter gedaan, tenminste 10 broedparen met gemiddeld 3 pulli. Kuifeenden wel in het vroege voorjaar, doch geen pulli. Het is heel jammer dat de bruggen net geteerd waren toen de boerenzwaluwen terugkwamen. Daardoor maar één broedsel onder een brug. Ongeveer 10 paar foerageerden boven het weiland. Bij de boerderij en de stallen broedden wel enige paren.