De Tapuit (Oenanthe oenanthe) is in de afgelopen decennia sterk achteruitgegaan als broedvogel in de Nederlandse kustduinen. Het verdwijnen van deze insectenetende zangvogel uit haar habitat, de droge duinen, indiceert veel grotere onderliggende veranderingen in het duinsysteem. Stichting Bargerveen doet, in samenwerking met SOVON, onderzoek naar de achteruitgang van deze soort, als model voor verlies aan fauna-diversiteit in de droge duinen. In een afstudeerstage bij Stichting Bargerveen heeft Remco Versluijs meegewerkt aan het voedselecologisch onderzoek naar oorzaken van de achteruitgang van deze schitterende vogelsoort. In de Nederlandse kustduinen hebben grote landschappelijke veranderingen in de laatste decennia geleid tot grote veranderingen in de vegetatiesamenstelling. De duinen zijn over grote oppervlakten verruigd geraakt met enkele dominante grassoorten als Duinriet ( Calamagrostis epigejos) en Helm (Ammophila arenaria) (Kooijman, 2004). Als gevolg van de afname van dynamiek en atmosferische depositie hebben Duindoornstruwelen de laatste decennia geprofiteerd in het droge duinlandschap. Hierdoor treden veranderingen in het voedselweb op en neemt de biodiversiteit af. Door onderzoek te doen aan soorten die hoog in de voedselketen staan, zoals Tapuit en Grauwe klauwier (Lanius collurio), kunnen knelpunten in lagere trofische niveaus worden ontdekt. In het onderzoek naar de Grauwe klauwier is gebleken dat verschuivingen in de vegetatie hebben geresulteerd in een belangrijke verschuiving in de entomofauna, o.a. van grote naar kleine insecten. Voor de Grauwe Klauwier is deze verschuiving in het prooiaanbod desastreus gebleken en hij is vrijwel geheel verdwenen uit de duinen (Beusink et al., 2003). In Zuid-Kennemerland verdween de Grauwe Klauwier al in de jaren ’60 als broedvogel. Sinds 2006 zijn er weer incidentele broedgevallen (Vader, 2006; van der Kruis, 2008), maar de soort blijft buitengewoon schaars.