Het is nacht. Langzaam dringt een irriterend geluid tot me door. Het komt van links. Half automatisch geef ik een klap in die richting en het geluid is afgelopen. Het blijkt de wekker te zijn. Gedachten dwalen door mijn hoofd: fiets, brood, vogeltrek, laarzen, vogeltrek, goed weer, kijker, VOGELTREK: Ineens ben ik klaar wakker, sta naast mijn bed, maak me startklaar en spring op de fiets op weg naar mijn vogeltrekstekkie. Het is een dag in oktober met een zwakke zuidelijke wind, droog weer en gelukkig geen mist. Dit is het ideale trekweer! Ik fiets door het duin naar de zeereep. Het is nauwelijks licht aan het worden. Behalve het zoevende geluid van mijn fiets en de lucht die langs mijn oren bromt, hoor ik slechts af en toe de roep van een merel of koperwiek en hier en daar de zenuwachtige pieproep van een heggemus.