De avifauna van Zuid-Kennemerland en de Haarlemmermeer (Geelhoed et al., 1998) noemt de Brandgans een doortrekker in (vrij) groot aantal. In de laatste jaren van het veldwerk voor deze avifauna (tot en met 1994) werden ’s winters regelmatig op grasland pleisterende groepjes waargenomen in de Vereenigde Binnenpolder. De laatste jaren worden echter ook solitaire of paren Brandganzen in de zomer waargenomen. Dit zijn zeer waarschijnlijk vogels die ontsnapt zijn uit waterwildcollecties, hoewel het in sommige gevallen ook wilde vogels kan betreffen (van der Jeugd et al., 2006). In Nederland is een grote populatie broedvogels ontstaan die zich de laatste jaren als een olievlek door het land heeft verspreid (van der Jeugd et al., 2006, Meininger & van Swelm, 1994) Het was dus geen verassing dat ook in Zuid-Kennemerland en de Haarlemmermeer vogels in de zomer verschenen. Broedende vogels lieten echter langer op zich wachten. Pas in 2006 werd in de Elsbroekerpolder een paar waargenomen, dat succesvol twee kuikens groot bracht. Dit artikel legt dit eerste succesvolle broedgeval vast, met het oog op de zeer waarschijnlijke uitbreiding van het aantal broedparen in Zuid-Kennemerland en de Haarlemmermeer, zoals dat op dit moment voor meer soorten ganzen plaats vindt.