Hoewel ze heel vaak samen zijn te zien, op slechts enkele meters afstand van elkaar, is het niet altijd duidelijk te onderkennen wie de man en wie de vrouw is binnen het eksterpaar. Soms verschillen ze in grootte maar dan nog is het niet 100% zeker of de grootste van de twee het mannetje betreft. Ik heb in het voorjaar veel gepaarde exemplaren in handen gehad en door middel van kleurringen vastgesteld dat een oudere vrouw zwaarder en groter kan zijn dan een eerstejaars man. Gemiddeld weegt een ekster zo’n 250 gram en meestal zit het mannetje boven en het vrouwtje onder dat gemiddelde. Het komt echter geregeld voor dat een jonge man zich inhuwelijkt bij een oudere territoriumbezitster en dan is het niet verbazingwekkend dat een vrouw van 260 gram een partner heeft van 230 gram. Het gewicht en de staartlengte nemen iets toe met de leeftijd. Die vrouw had, van staartpunt tot anus gemeten, een staart van ruim 25 cm terwijl haar nieuwbakken echtgenoot niet verder scoorde dan 22 cm. Uitwendige maten zeggen dus niet alles. In het voorjaar is het onderscheid tussen man en vrouw Ekster veel gemakkelijker vast te stellen want alleen de vrouwtjes bedelen. De vrouwen broeden in hun eentje alle eieren uit en moeten in die periode op het nest gevoerd worden door de man. Reeds voordat het broeden begint, zelfs al voor de eileg, lopen vrouwtjes al bedelend hun partner achterna. Het volledige bedelgedrag ziet er uit als bij alle bedelende vogeljongen: beetje hurken, snavel omhoog en opensperren, vleugels horizontaal gespreid op en neer trillen en dat alles met een luid kirren. Maar de bedelceremonie wordt, zeker in het begin van het broedseizoen, niet altijd in vol ornaat getoond. Ekstervrouwtjes bedelen ook zonder de snavel te sperren; ze kirren dan alleen maar met soms een paar vleugeltrillingen erbij.