Al bladerend door de tot nu verschenen nummers van ”De Fitis” is duidelijk te zien dat verscheidene gebieden binnen het rayon waarin de Vogelwerkgroep opereert frekwent zijn bezocht of geïnventariseerd. Aan de andere kant is het opvallend dat andere gebieden niet worden vermeld. Wanneer het hier gaat om de stad Haarlem of de dichte bewoningscentra elders in Zuid-Kennemerland dan is het logisch en akseptabel dat er weinig wordt gevogeld. Mij bevreemdde echter dat ook vogelrijke plaatsen zoals Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout, Heemstede, het noord-oostelijk van Haarlem gelegen weidegebied en de bollenstreek zelden werden genoemd en dus nagenoeg nooit bezocht, laat staan onderzocht zijn. Geaktiveerd door de oproep om de Bosuil en Ransuil in 1971 landelijk te inventariseren heb ik Aerdenhout behalve voor deze twee uilensoorten ook bekeken op het voorkomen van Goudhaantje, Boomklever, Groenling en Europese Kanarie. Het zijn soorten die of vroeg in het jaar onderzocht moeten worden, of bewoners van specifieke biotopen, of soorten waardoor met nachtelijk onderzoek de beste resultaten te verkrijgen zijn.