Hoewel de trektellingen op ’t Wed in voorjaar 1986 en 1987 leuke resultaten hadden opgeleverd (zie Geelhoed & Groot, 1988), besloten de tellers met ingang van 1988 ook in het voorjaar bij Parnassia te tellen. Enerzijds waren de verwachtingen hoog gespannen; gestuwde trek van piepers, kwikstaarten en zwaluwen was immers te verwachten. Anderzijds was er enige scepsis te bespeuren; ’thermiekvliegers’ als stootvogels vliegen immers niet langs de kust. In dit artikel wordt een impressie gegeven van de bij Parnassia waargenomen trek. Indien mogelijk zal een vergelijking met de tellingen bij ’t Wed worden gemaakt om te zien of de voorspellingen zijn uitgekomen.