Vanaf 1964 werden enkele tellingen aan Veldleeuweriken-territoria in de infiltratiegebieden I en/of II uitgevoerd. Hierover werd in de diverse jaarverslagen van het vogelonderzoek in de AW.duinen bericht. In 1972 deed zich een gelegenheid voor on deze tellingen te herhalen, waarbij bovendien het derde infiltratiegebied betrokken kon worden. Ook werden bij intensief doorkruisen van deze gebieden alle verder zingend aangetroffen zangvogels aangetekend. Dit resulteerde in een zeer nauwkeurig beeld voor enkele frekwent zingende vogels (zoals bijv. de Fitis) en in een wat minder betrouwbaar, doch als minimum waarde te hanteren beeld van andere soorten (zoals bijv. de Grasmus.)