Pas na publicatie kreeg ik Henk Wijkhuisens reactie onder ogen op mijn brief waarin ik mij verweerde tegen zijn ongegronde beschuldigingen in het interview in Fitis 32(1): 36-39, 1996. Wijkhuisen stelt ruiterlijk dat niet de interviewer maar hij zelf, als geïnterviewde, verantwoordelijk was voor de onjuiste citaten over het kappen van naaldbomen in de duinen (Fitis 32(2): 84-85, 1996). Des te verrassender is dan ook dat Wijkhuisen zich niet verontschuldigt maar daarentegen voortgaat met wat ik opvat als het gooien met modder. Zo bedient hij zich van clichés (zoals de veronderstelde overeenkomst tussen vogelaars en postzegelverzamelaars) die gewoonlijk tot doel hebben andermans standpunt in een bedenkelijk daglicht te stellen. Daarom denk ik er goed aan te doen mijn mening te verduidelijken. Wat is het kernprobleem? Eenvoudig gesteld wil Wijkhuisen net als Stichting Duinbehoud het duingebied van alle aangeplante naaldbomen zuiveren omdat het gebied natuurlijker zou moeten worden dan thans het geval is. Mijns inziens is dit een onwenselijke weg omdat daardoor een groot aantal vogel-, insectenen plantensoorten uit de duinen verdwijnt.