Toen ik in de jaren zestig van de vorige eeuw op de middelbare school zat, werden tijdens de literatuurlessen Nederlands niet alleen de grote zeventiende-eeuwse dichters nog behandeld, maar ook minder bekende waaronder ene Dirk Rafaëlszoon Camphuysen. Van hem lazen we het gedicht Mayschen morghenstondt (vroege ochtend in mei), waarvan de laatste strofe nu nog terug te vinden is op het het Spinozahuisje in Rijnsburg. Daar staat te lezen: Ach! Waren alle Menschen wijs, En deden daer by wel: De Aerde was een Paradijs Nu isse meest een Hel. Deze regels maakten destijds diepe indruk, maar mij is ook altijd bijgebleven dat ergens in het gedicht een leeuwerik zong. In die tijd was de vogelliefhebber in mij nog niet ontwaakt. Kennelijk liep de fantasie ver op de concrete belangstelling vooruit.