Nadat er een tiental jaren gesteggeld was over een nieuwe vogel- en jachtwet, kwam er op 1 april 2002 eindelijk een Flora- en faunawet (FFwet) tot stand. In deze wet is zeer veel geregeld over onder meer de jacht. Veel diersoorten kregen eindelijk de bescherming die ze verdienden. Dit alles tegen de zin van de jagers in Nederland. Bekend is, dat veel jagers tot de kapitaalkrachtige en invloedrijke personen behoren. Zij hebben hun geld en invloed gebruikt om de moeizaam tot stand gekomen FF-wet om zeep te helpen. Hierbij werden zij krachtig ondersteund door de politiek, vooral uit CDA-kringen. Maar ook de VVD en Pim Fortuyn-aanhangers maakten zich sterk om veel diersoorten, die niet meer zonder speciale vergunningen bejaagd mochten worden, weer op de afschotlijst terug te krijgen. Hierin zijn zij helaas behoorlijk geslaagd. Toen de provincies ook nog de bevoegdheid kregen om ontheffingen te verlenen voor het schieten van diersoorten, die beschermd werden door de FF-wet, was het hek van de dam. De ‘groene’ partijen stribbelden wel wat tegen, maar konden niet voorkomen dat veel ontheffingen onterecht verleend werden. Eén van de groene partijen was GroenLinks. Deze partij werd dan ook ondersteund door veel natuurbeschermers.