In het tijdsinterval van Laat-Midden-Eoceen tot Midden-Oligoceen vertonen de nannoflora’s van het Belgische Bekken een toenemende verarming in soorten en gewoonlijk ook in individuen. De soorten verschijnen en verdwijnen geleidelijk, zonder dat er enige “catastrofale” gebeurtenis plaats vindt op de grens Eoceen-Oligoceen. Deze geleidelijke verandering van de nannoflora wordt veroorzaakt door een geleidelijke daling van de oppervlaktewater-temperatuur. De grootste terugval in de soortver scheidenheid, overeenkomend met de belangrijkste temperatuursdaling, situeert zich ongeveer vijf meter boven de basis van de Boomse Klei, aan de basis van de klei “facies”. De volgende afzettingen bevatten nannofossielen en kunnen worden gecorreleerd met de standaard nannozonering van Martini (1971): — Zanden van Wemmei (53 soorten), toe te wijzen aan assemblage-unit 10 van Steurbaut (in druk), en behorende tot het onderste gedeelte van de zone NP 15; — Klei van Asse (44 soorten), toe te wijzen aan assemblage-unit 11 van Steurbaut (in druk), en behorende tot het bovenste gedeelte van zone NP 15; — Klei van Ursel (30 soorten), toe te wijzen aan assemblage-unit 12 van Steurbaut (in druk) en behorende tot zone NP 16. Deze drie eenheden, die samen het onderste gedeelte van de Formatie van het Meetjesland vormen, vertonen associaties met een grote soortverscheidenheid, rijk aan discoasters en rhabdosphaeriden. Hun ouderdom is Laat-Midden-Eoceen. — Zand van Bassevelde (35 soorten), behorende tot zone NP 20 en tot het jongste gedeelte van het Laat- Eoceen. De associatie bevat nog discoasters en lijkt nog sterk op de laatmiddeneocene associaties. — Zanden van Grimmertingen (16 soorten), behorende tot zone NP 21, en te situeren op de overgang Eoceen- Oligoceen. De associatie heeft een gemengd karakter. Ze bevat verscheidene “koudwater”-vormen, die onbekend zijn uit de oudere afzettingen, samen met enkele eocene doorlopervormen. — Zanden en Mergels van Oude Biesen (7 soorten), behorende tot zone NP 22 en van vroegoligocene ouderdom. — Zand van Ruisbroek (nieuwe stratigrafische eenheid, maximale dikte 16 m) (12 soorten), behorende tot zone NP 22 en NP 23 (bovenste meter), ouderdom Vroeg-Oligoceen. De associatie wordt gedomineerd door Isthmolithus recurvus en Reticulofenestra umbilica (behalve in de bovenste meter) en bevat verscheidene soorten die in de onderliggende lagen niet voorkomen. — Zanden van Berg, bovenste gedeelte (8 soorten), behorende tot zone NP 23 en van middenoligocene ouderdom. De associatie lijkt sterk op die van het Zand van Ruisbroek, maar sommige soorten ( Reticulofenestra umbilica, Lantemithus minutus en Isthmolithus recurvus) zijn niet langer aanwezig. — Nucula Klei of Klei van Kleine Spouwen (11 soorten), behorende tot zone NP 23 en van middenoligocene ouderdom. De associatie is vrijwel gelijk aan die van de Zanden van Berg. I. recurvus is ook hier afwezig. — Klei van Boom, onderste 25 meter (14 soorten), behorende tot zone NP 23 en van middenoligocene ouderdom. De nannoflora lijkt sterk op die van de Zanden van Berg en de Nucula Klei. I. recurvus verdwijnt ongeveer tien meter boven de basis van de Boomse Klei. Een vergelijking van de verschillende leden van de Formatie van Zelzate in westelijk België met de onderste afzettingen van het “Tongriaan” in Oost-België blijft speculatief. Correlatie is mogelijk tussen de Zanden en Mergels van Oude Biesen en het bovenste gedeelte van het Zand van Ruisbroek, alsmede tussen de Zanden van Berg en de Nucula Klei en het onderste gedeelte van de Klei van Boom in de typestreek. Uit het onderzoek van de kalkschalige nannofossielen blijkt, dat de grens Eoceen-Oligoceen binnen de Formatie van Zelzate ligt, doch de exacte positie ervan kan niet worden vastgesteld vanwege ontkalking van de sedimenten. Het is echter best mogelijk dat de eo-oligocene overgang zou begrepen liggen in het sedimentatiehiaat tussen de Klei van Watervliet en het Zand van Ruisbroek.

Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie

CC BY-NC-ND 2.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken")

Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie

Etienne Steurbaut. (1986). Late Middle Eocene to Middle Oligocene calcareous nannoplankton from the Kallo well, some boreholes and exposures in Belgium and a description of the Ruisbroek Sand Member. Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie, 23(2), 49–83.