Het lijkt mij gewenst in dit blad iets te schrijven over het tellen van schelpen. Dit biedt ons n.1. het “genormaliseerde systeem voor aantallenaanduidingen”, waar de redactie van dit blad om vroeg in Meded. I (4), p. 50. Reeds zo’n dertig jaar geleden waren er onderzoekers die inzagen dat de aanduidingen algemeen, zeldzaam e.d. zeer betrekkelijk zijn en die ze dan ook vervingen door het tellen van schelpen. (Boerman, 1936; Van Regteren Altena, 1937? Brouwer, 1943). Hot deze getallen en de daaruit te berekenen percentages konden zij hun schelpenmonsters veel beter vergelijken. Het is vooral Van Straaten, die in een aantal publicaties (1957 e.v.) uitgebreid en met succes van het tellen van schelpen gebruik heeft gemaakt. (Het tellen wordt in de geologie ook gebruikt bij b.v. zware-minoralenonderzoek en bij het onderzoek van stuifmeel en foraminiferen).