De Dongen Formatie omvat in Nederland alle afzettingen met een eocene ouderdom. Ze kan een dikte van meer dan 400 m hebben en bestaat hoofdzakelijk uit groengrijze en bruine, weinig kalkhoudende kleien met een ingeschakelde zand- of mergeleenheid. Van onder naar boven worden opeenvolgend de Basis Dongen Tuf Member, leper Klei Member, Brussel Zand Member en Asse Klei Member onderscheiden. De Dongen Formatie dagzoomt niet in Nederland, zodat we in ons land het Eoceen alleen uit boringen kunnen bestuderen. Uit een drietal spoelboringen in Noordoost-Nederland (NAM-boringen De Wijk-19 en Opende-1, en RGM-boring Haaksbergen 34G.2-8) konden in totaal meer dan 500 tanden en tandfragmenten van haaien en roggen uit de Dongen Formatie verzameld worden. Ongeveer de helft van dit materiaal kan tot 37 soorten haaien en roggen gerekend worden, welke hier beschreven en afgebeeld worden. De andere helft van het tandenmateriaal is te fragmentarisch om tot op genus- of soortniveau gedetermineerd te worden. De Basis Dongen Tuf Member bevatte in de onderzochte boringen erg weinig haaie- en roggetandjes. Tot nu toe zijn slechts twee soorten bekend: Isistius trituratus en Dasyatis sp. Beide soorten verschijnen in België en Engeland voor het eerst in het Vroeg Eoceen. De leper Klei Member bevatte relatief weinig tanden van haaien en roggen. De meest karakteristieke soorten voor deze afzetting zijn Xenodolamia eocaena, Squalus sp. div., Isistius trituratus, Scyliorhinus casieri, S. pattersoni, Triakis wardi, twee onbeschreven Raja sp., ? Arechia sp. en Burnhamia daviesi. Deze associatie is indicatief voor een vroeg-eocene ouderdom. In de Brussel Zand Member, vooral in het bovenste gedeelte, komen erg veel haaie- en roggetanden voor. De associaties uit de NAM-boringen De Wijk-19 en Opende-1 vertonen enkele belangrijke verschillen: in De Wijk-19 zijn op de zeebodem levende roggen dominant, in het bijzonder de adelaarsrog Myliobatis. Daarnaast komen de Carcharhinidae Abdounia minutissima, Physogaleus secundus en Scoliodon sp. algemeen voor. In Opende-1 komen deze groepen veel minder algemeen voor en zien we inplaats daarvan een dominantie van Isistius trituratus. Daarnaast komen de orectilobiforme haaien Eostegostoma angustum en Palaeorhincodon wardi, de pelagische duivelsrog Burnhamia daviesi en een aantal kleinere haaien voor, die voorheen alleen uit de Engelse London Clay bekend waren, namelijk Scyliorhinus casieri, S. pattersoni en Triakis wardi. Dit wijst erop dat in Opende-1 de Brussel Zand Member in dieper water werd afgezet. Het voorkomen van Heterodontus vincenti, Eostegostoma angustum, Palaeorhincodon wardi en relatief grote tanden van Striatolamia macrota duiden op een midden-eocene ouderdom van de Brussel Zand Member. In de Asse Klei Member werden weinig tandjes van haaien en roggen aangetroffen. De volgende soorten komen voor: Squalus sp., Isistius trituratus, Physogaleus secundus, Raja cecilae en R. heinzelini. Deze associatie is indicatief voor een laat-eocene ouderdom.