Daar ik enkele jaren geleden werd ingeschakeld bij het frater-onderzoek ben ik begonnen met een Duitse driehoekige inloopkooi. Door veel waarnemen tijdens het vangen bleek mij dat veel bij de kooi rondlopende vogels vaak van de kooi wegliepen als ze één der hoeken passeerden. Dat was ook het punt dat het verst verwijderd was van de binnenstaande lokker en het voer. Het kwam mij voor dat het beter zou zijn als de nog buiten de kooi verblijvende vogels steeds dezelfde afstand zouden hebben van lokker en voer en ook steeds hetzelfde beeld van hetgeen hem scheidde van het voer, toen heb ik een peervormige kooi gemaakt met in de ronde kop de drie inloopfuiken. Dit werkt prima. Ook heb ik de kist of sluis waarin de vogels gedreven worden om ze eruit te halen, door meer gaas te gebruiken veel lichter gemaakt, het donkere gat, dat de sluis was door de houten zijwanden, belette veel vogels er direkt in te gaan, ze bleven dan in de kooi rondvliegen, sloegen het lokzaad naar buiten en konden zich ook bezeren aan kop of vleugels.