Al enkele jaren gebruik ik voor het sexen van oude boerenzwaluwen het eenvoudige kenmerk van het verschil in lengte tussen de toppen van de binnenste en de buitenste staartpennen. Volgens de Handkenmerken: minder dan 49 mm wijfje, meer dan 51 mm mannetje. Dat leverde nooit problemen op, totdat ik hierbij toevallig het boekje van Svensson gebruikte; dat geeft dezelfde verschillen voor mannetjes (> 51 mm) maar het verschil bij vrouwtjes loopt van 35 tot 58 mm.