De resultaten van Kania komen in grote trekken overeen met de ervaringen die bij het I.O.O. (”Koolmezengroep”) sinds jaar en dag zijn opgedaan. Wij hebben dan ook als standaardprocedure om Koolmezen en andere soorten holenbroeders niet van de eieren te pakken. Weliswaar is het percentage nesten dat daarna in de steek gelaten wordt niet bijzonder hoog (15-30%), maar toch kan deze methode m.i. niet door de beugel. Behalve dat het broedproces van een deel van de populatie beïnvloed wordt, wat nadelig is voor het onderzoek, betekent het vooral dat een aantal legsels verloren gaat door activiteiten van de waarnemer of ringer en dat kunnen we ons niet permitteren. In onderstaande tabel zijn resultaten vermeld van een ringer die bij een deel van zijn vogels de vrouwtjes op de eieren ving.