In 1985 werden in Groningen door Jan Bos twee nesten dagelijks gemeten en in 1990 werden door de auteur acht Brabantse sperwernesten vrijwel dagelijks gecontroleerd. In 1992 zijn twee nesten in Drenthe dagelijks gevolgd door Rob G. Bijlsma. In 1995 deed auteur herhaalde metingen aan vijf nesten (5-9 metingen aan vier Brabantse nesten en één Gelders nest). In dit artikel is al dit materiaal samengevoegd tot een omvangrijke set metingen. Alleen vleugelmaten zijn ongewenst klein in getal, ze zijn alle afkomstig van Drents-Groningse nesten, in Brabant werd deze maat niet genomen (wel P8). Naast getallen zijn een reeks kenmerken van eieren en kuikens het weten waard bij het werken aan sperwer (ten dele van toepassing op andere soorten).