Cornelis Wilhelm Stam werd op 20 januari 1931 geboren in Den Haag. De nog jonge Kees, van de Mient 81, komt op 9 mei 1955 voor het eerst in de annalen van de Ringcentrale voor. Een ringcentrale, die toen overigens nog ongestoord ressorteerde onder ‘s Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden. Honderd H-ringen, van 2,5 mm., komen op zijn naam en verhuizen in juni en juli dat jaar, in Meijendel en Bierlap, naar pulli en “juvenielen” van Koolmees, Pimpelmees en “Roodstaart”. Dat geeft meteen al aan waar Kees’ grootste aandacht naar uit ging en steeds is blijven gaan: de vogels van zijn of andermans nestkasten. Accoord, er werd toen in het prille begin ook nog wel eens een jonge Kokmeeuw (Dodemansbol, Vlieland) verschalkt, of een Holenduif (Kroon’s Polder, id.) of een Grutto-juv. te Nieuwkoop, maar de bulk bleef toch: pulli van kleinsoortig gerei of iets groter spul als Kauw, Torenvalk of ook wel Ekster. Weer wat later nam de soortlijstlengte wel wat toe – men had toen in Meijendel ook mistnetten en Kees was nu eenmaal een enthousiast ringer- maar de Koolmees bleef toch met honderden stuks meedoen aan de top. De jaarstaten van toen bewijzen het: honderden vogels (1300, 1400, 800 in ’58, ’59 en ’60) waarvan Koolmees: 635, 820 en 573; Pimpel: 90, 140 en 87; Gekraagde (!) Roodstaart: 6, 31 en 37. En, niet te vergeten Boerenzwaluw: 117, 0 en 12. Meer ongewoon zijn de Watersnippen en Bokjes en Sijzen (in ’60 wel 115). Inmiddels was Kees in 1964 “toegetreden als Technisch lid tot het Contactorgaan voor Vogelstudie van de KNNV”. Hij zal het nestkastwerk in ons land stimuleren en vooral coördineren. Met de bekende typemachine wordt verzocht om van de VWG Vlaardingen/Schiedam, H. Horn en J. Kortland als ringers te willen ontheffen van het verbod tot het ringen van nestjongen van Kool- en Pimpelmees. Ze behoren tot de enthousiaste en kundige en vakbekwame kern van de groep. En in Meijendel kregen ze al training in het mezenpulli sexen en leeftijdsbepaling. En Kees behoudt de supervisie, schreef hij nog voor alle zekerheid. Jaarstaat Stam 1972 bevat weinig groots (hoewel?: 1 Houtsnip) maar weer wel of beter, nog steeds: Boerenzwaluw: 72; Koolmees: 951; Pimpel: 219 en vele Gekraagde Roodstaarten, Zwarte Mezen, Spreeuwen, Ringmussen en Bonte Vliegenvangers. O.a. die Bonte Vliegen trouwens, die werden op de Stakenberg en de Zwarte Berg (bij Hulshorst) geringd. Kortom, Kees zijn werk bleef zeker niet tot het Haagsche beperkt. Nog weer later trouwens, werden doorhem nestkastterreinen bij Dieren in gebruik genomen. Uit die tijd stamt de gezellige gewoonte de ringen onderweg vanuit Leiden even op de Ringcentrale in Arnhem af te komen halen. Er viel altijd wel een ornithologisch nieuwtje uit te wisselen! Dat kon ook wel correspondentie voorkomen. Zo is er nog enige discussie schriftelijk gevoerd over de (meest) juiste ringmaat voor Koolmeespulli. Kees zwoer, en bleef, bij 2,8 mm., terwijl de ringcentrale, gebaseerd op de duizenden Instituuts-pulli, de voorkeur aan 2,3 mm. bleef geven! Op de zevende levensdag aan te brengen, wel te verstaan. Wanneer we nog wat verder pluizen, vinden we in 1982 meer Torenvalk- dan Pimpelpullen, maar Koolmees en Boerenzwaluw blijven ruim vertegenwoordigd. Die Torenvalken werden in het Zoetermeersche en rond Leiden geholpen met Vogelwerkgroepkasten, dat spreekt. Net als de Steenuilen. In 1988, een onvermoeibare energie: Blauwe Reiger-pulli (23), Kerkuilen, Steenuilen (32), Boerenzwaluw (130), Boomklever (30) en liefst meer dan 1300 andere nestkast-bewoners. Kees was een enthousiast en vasthoudend ringer, een enthousiast bioloog, een stimulerend leraar en hij wist als de beste ook anderen te enthousiasmeren (hoeveel ringers kennen al zó lang een ringende schoonzoon?) of moetje “strikken” zeggen? Wat velen niet wisten was dat Kees Stam een enthousiast mee-restaurerend lid van de Haagsche Museumtram was. Op 28 oktober 2001, tijdens de laatste, nog zo opgewekt en zonnig begonnen tram-vrienden-rit van het seizoen, kreeg hij een fatale hartaanval. Tijdens een indrukwekkende crematieplechtigheid werd op 2 november in Leiden door vele vogelvrienden van een bijzonder mens afscheid genomen. Bedankt, Kees.