Geregeld krijg ik bezoekers als ik vogels aan het vangen en ringen ben. Ik leg altijd vriendelijk uit met welk doel ik vogels ring en wat voor belangrijke resultaten hieruit voortvloeien. Een vraag die veel gesteld wordt is: Is dat niet zielig voor de vogel? Nu is zielig een lastig en voor iedereen verschillend begrip. Toch is het wel belangrijk om goed na te denken bij de mogelijk negatieve gevolgen van het vangen. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen voor een individuele Winterkoning als deze in een mistnet vliegt en er vervolgens door een ringer uitgehaald wordt en daarna ook nog eens geringd, gemeten en gewogen wordt? Dat is iets wat niet makkelijk te meten is. Nadenkend over mijn eigen ringwerk ontdekte ik een aantal mogelijkheden om de mogelijk negatieve invloed van het ringen te meten. Eén van deze mogelijkheden wil ik in dit artikel uitwerken. Het gaat om broedvogels die op hun nest gevangen worden tijdens het broeden. Een vanuit menselijk oogpunt ingrijpende actie voor de broedvogel. Nadat de vogel gevangen en geringd is, moet hij namelijk terug naar het nest waarop hij kort ervoor gevangen is. Doet hij dit niet dan gaat het legsel verloren, een duidelijk te kwantificeren negatief effect. In dit artikel vergelijk ik het uitkomstsucces van legsels van vogels die wel gevangen zijn met de legsels van vogels die niet gevangen zijn. De gegevens zijn verzameld tijdens onderzoek aan Kokmeeuw (Larus ridibundus) en Grote Stern (Sterna sandvicensis) op Griend in 2000 en 2001.