Nederland kent geen ruime traditie in het vangen en ringen van volwassen sterns. De hoofdmoot van de geringde sterns betreft (nest)pullen (o.a. Speek 2003). Kennis over biometrie en rui van volwassen vogels in ons land is derhalve relatief beperkt (zie o.a. Walters 1987, Schouten 1982), dit terwijl een zeer belangrijke ruifase door extreem grote aantallen sterns in Nederland wordt doorgemaakt. Uit het buitenland zijn meer gegevens bekend, al ligt de nadruk van het onderzoek hier op Visdief (Craik 1994, Ward 2000). In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de kennis over de rui van de zwarte stern en er worden suggesties gedaan voor een eenduidige registratie van sternrui in het algemeen. De aanleiding hiervoor was een ringactie in het IJsselmeergebied in juli 2003, waarbij enkele zwarte sterns geringd werden en biometrische gegevens opgenomen werden. Deze vangactie werd op touw gezet door ervaren ringers en personen die jaarlijks volwassen zwarte sterns ringen in het broedgebied. Het doel was naast het vergroten van kennis van rui, conditie en biometrie van de zwarte stern in het IJsselmeergebied tevens de wederzijdse uitwisseling van kennis over methodische aspecten van sternonderzoek. De opzet van de hier gepresenteerde methodiek is zo gekozen dat deze ook voor andere sternsoorten is toe te passen.

Op het Vinkentouw

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Vogeltrekstation

Jan van der Winden. (2004). Biometrie en ruionderzoek aan de Zwarte Stern. Suggesties voor de standaardisatie van registratie van handpenrui bij sterns. Op het Vinkentouw, 102(1), 17–28.