Op internet kwam ik afgelopen voorjaar de vraag om hulp bij het ringen tegen van een Zweeds Ringstation. Nu was ik al verschillende keren op het ringstation op het eiland Öland geweest maar dit ringstation lag in het berggebied van midden Zweden en, hoewel niet zo’n bergbeklimmer, leek het me toch wel nuttig eens in een geheel andere omgeving met mogelijk ook andere vogels ervaringen op te doen. Waarop ik dus contact opnam en het bleek dat men mij daar graag rond begin juni wilde hebben. Het ringstation was het Ånnsjöns Fågelstation dat gelegen is aan het meer Ånnsjön in een berggebied tussen Östersund en Trondheim, vlak bij de Noorse grens. Daar vangt men vooral de Bonte Vliegenvanger, maar dan de zwart-witte vorm, roodgesterde Blauwborst en Grote Barmsijs. Vooral in de laatste soort ben ik geïnteresseerd en toen ik ook nog hoorde dat daar op de berghellingen de Poelsnip broedt was het besluit om te gaan spoedig genomen. Na 2000 km rijden plus twee ferries kwam ik daar aan op vrijdag 28 mei. Het station bleek te zijn gevestigd in een tweetal houten gebouwen in het gehucht Handöl in een dal tussen besneeuwde bergen van ongeveer 1450 meter hoog. Het meer Ånnsjön schat ik ongeveer 2x zo groot als het Sneekermeer en heeft rondom een zoom van soms wel 1500 meter brede moerassige veenmosvelden, die men daar myrs noemt (Engels mire), waarin vele poelen en vijvers met hier en daar een berkje of wat kruipwilg. Door die myr lopen kilometers lange paden van 2 planken naast elkaar die leiden naar verschillende vogelkijk-hutten. Rond de plassen broedt onder meer Parelen Rood-keelduiker, Canadese Gans, Brilduiker en Smient. Boven het veld hoor je hier en daar een Watersnip, de Regenwulp is er, langs de waterkant zie je paartjes Noordse Stern en verspreid staat er wel eens een Kemphaan te pronken. Maar roofvogels kwam ik er nauwelijks tegen. Maar ik was er dus om te assisteren bij het ringen. Tot nu toe ringde men er vanaf juli tot aan begin september. Al gauw in september zijn de meeste vogels vertrokken want in de winter ligt daar doorgaans een meter sneeuw en temperaturen van minus 40° C komen dan voor. Het is dan ook het belangrijkste wintersportgebied, met name bij het nabijgelegen Are.